Nieuw ontslagrecht door Raad van State en CPB gekraakt
11 december 2013, PZ Zaken Rotterdam
Volgens onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB) en de Raad van State is er helemaal geen sprake van een versoepeling van het ontslagrecht vanaf 2015. Op basis van de nieuwe ontslagwet van minister Asscher hebben vaste werknemers na twee jaar recht op een vergoeding. CPB en de Raad van State concluderen dat er per saldo niets aan de ontslagbescherming verandert. Daarnaast krijgen werknemers de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen een ontslagbeslissing, terwijl ze dat nu niet hebben.
De nieuwe wet moest een einde maken aan de starheid op de arbeidsmarkt. Momenteel blijven vaste werknemers te lang in een baan hangen en flexwerkers hebben telkens geen uitzicht op een vaste baan.
Resultaten nieuw ontslagrecht
De wet is te weinig concreet als het gaat om de vraag of oudere werknemers nu sneller van baan zullen wisseelen, volgens de Raad van State. Ook heeft het adviesorgaan kritiek op de maatregelen om de positie van de flexwerker te versterken. Flexwerkers mogen vanaf halverwege 2014 maar twee jaar in tijdelijke contracten werken, tegen drie jaar nu. Daarmee moet de flexwerker sneller een vast contract aangeboden krijgen.
Kritiek op wetsvoorstel
Arbeidsrechtexperts lieten vorige week al kritiek horen op het wetsvoorstel. Zij vrezen namelijk dat veel tijdelijke werknemers op straat komen te staan na één jaar en elf maanden, omdat werkgevers dan geen wettelijke ontslagvergoeding hoeven te betalen. Dat hoeft namelijk pas na twee jaar.
De Raad van State en de experts voorspellen dat die verplichte vergoeding voor kleine ondernemers een kostenstijging zal zijn. Vanaf 2015 moet een werkgever de ontslagvergoeding dus altijd na een dienstverband van twee jaar betalen. De ontslaggrond bepaalt dan of de werkgever naar het UWV moet (bij reorganisatie) of naar de kantonrechter (bij disfunctioneren).
Uitzonderingsmogelijkheid
Tevens is er ook kritiek op een uitzonderingsmogelijkheid in de wet. Een werknemer kan door ‘ernstig verwijtbaar handelen’ van de werkgever een extra vergoeding krijgen bovenop de standaard vergoeding van maximaal € 75.000 bij ontslag. Experts voorspellen dat kantonrechters die uitzondering sneller zullen aangrijpen.
Bron: HR Praktijk